Puzzel

01-03-2015

Om de draad van het boek over Indië weer op te pakken, bladerde ik door het fotoalbum van mijn vader. Voor het eerst viel me op hoe dat album uit de toon valt met andere albums van Indië-veteranen die ik heb gezien. Om te beginnen is het een groot, dik, gebonden jaren tachtig-album, geen bescheiden, langwerpig, gemarmerd album uit de jaren vijftig. De Indië-foto's van mijn vader hebben tientallen jaren los in een doos gelegen, nooit meer naar omgekeken.

Het album is eigenlijk te groot voor de kleine fotootjes uit die tijd. Ze zijn dan ook nogal lukraak verspreid over de pagina's ingeplakt, waardoor ze er een beetje verloren uitzien, met veel wit ertussen en slechts hier en daar een bijschrift: wat er toevallig na al die jaren nog boven kwam drijven bij het bekijken van de soms wazige kiekjes. Het lijkt een verhaal zonder verband. Hoe langer ik het album bekijk, hoe verder weg de geschiedenis lijkt.

Dit fotoalbum valt net zo uit de toon als het verhaal van mijn vader. Na al die jaren heb ik tenminste nog steeds niemand anders kunnen vinden die én oorlogsvrijwilliger was én bevel heeft geweigerd. Hij past niet in het hokje van de weigeraars van het eerste uur, die uit principe niet naar Indië zijn gegaan en daarvoor vaak jarenlang ondergedoken en/of gevangen hebben gezeten, maar hij past ook niet in het hokje van de OVW'er die uit overtuiging ging en uit overtuiging bleef, laat staan in het hokje van de dienstplichtige, die met meer of minder tegenzin maar in elk geval niet vrijwillig ging, die deed wat hem werd gezegd, hier én daar.

Mijn vader was een grillige man, een beter woord kan ik even niet bedenken. Het is lastig zelf te beoordelen in hoeverre je op je ouders lijkt, maar meer en meer ga ik denken dat ik op zijn minst een percentage van die grilligheid van hem heb geërfd, en dat hij en ik onder meer daardoor ook regelmatig botsten. Wat ik tijdens zijn leven niet genoeg heb beseft is dat die grilligheid, behalve irritant, ook bewonderenswaardig was. Dat die er voor kan zorgen dat je op beslissende momenten niet gewoon maar doet wat er van je wordt verwacht, maar dat er een ander meganisme in werking treedt, een (vind ik nu) gezonde tegendraadsheid.

Het verhaal van zijn bevelweigeren in Indonesië in 1947 begeleidt me nu al meer dan vijf jaar, het ene moment ben ik er meer mee bezig dan het andere moment, soms zakt het bijna helemaal weg, soms heb ik zelfs helemaal geen zin meer om er aan te werken, wil ik even niks meer lezen over Indië, over de koloniale oorlog die als politionele actie werd verkocht, maar in al die jaren was er één ding dat ik gerust een inspiratie durf te noemen, vanaf het moment dat ik voor het eerst het vonnis las dat mijn vader anderhalf jaar cel opleverde:

'[…] dat xx op een gegeven moment tijdens deze actie aan voormelde militairen het bevel "volgen" gaf, aan welk bevel zij geen gevolg gaven, dat hij de voormelde militairen er toen op heeft gewezen, dat hij een rapport zou opmaken, wanneer zij in hun weigering bleven volharden, hetwelk bovendien ten gevolge zou hebben, dat zij zich voor de Krijgsraad zouden moeten verantwoorden, dat Zijlstra toen zeide: "ik verdom het", waarop ook de beide andere militairen bleven weigeren om het bevel op te volgen.'

In tegenstelling tot wat je misschien zou verwachten was mijn vader niet verbitterd of zwijgzaam over zijn tijd in Indië, sterker nog, naast het besef van wat er allemaal fout was gegaan, bleef hij er tot het einde toe van overtuigd dat ze ook goede dingen hebben gedaan, op z'n minst een deel van de bevolking hebben geholpen in moeilijke omstandigheden. Misschien kon hij er zo over denken omdat hij vast kon houden aan het idee, zelfs al was dat een illusie, dat hij zelf de regie heeft gehouden.

Maar uiteindelijk is dat allemaal speculatie van mijn kant. Mijn vader was en is een puzzel, een puzzel die weigert te passen.